Er zijn op dit moment enorm veel interessante tentoonstellingen in Nederland. Ik weet niet hoe dat met jou is, maar ik moet moeite doen om tijd te vinden deze ook te bezoeken, hoe graag ik ook wil! Gelukkig was ik zaterdag in Rotterdam in de gelegenheid om de tentoonstelling ‘Een speculatieve Geschiedenis van de Nederlandse Mode’ te zien. Een interessante en ongebruikelijke tentoonstelling over de bijzondere positie van Nederland in de internationale omgeving.
‘Nederland? Invloed op de internationale omgeving waar het mode betreft?’ zul je misschien denken. Een uitgangspunt dat ook mij nieuwsgierig maakt. Wordt er gedoeld op Viktor & Rolf? Of op de stoere regenjassen die typerend zijn voor ons koude klimaat? Waar hebben we het dan over?
Voor deze tentoonstelling is een bijzonder uitgangspunt gekozen; namelijk dat van de drager van kleding als vernieuwer. Aan de hand van periodes uit de geschiedenis wordt het gezichtspunt belicht van de Nederlandse mode als ‘democratisch’, in tegenstelling tot de Franse mode (aristocratisch) en de Amerikaanse mode (blue collar).
Je ziet hoe in de jaren vijftig van de vorige eeuw de Nederlandse vrouw zich de Parijse mode ‘toe-eigent’ door achter de naaimachine te kruipen en met behulp van patronen de couture modellen na te maken en er een eigen draai aan te geven.
Niet veel later ontstaat er als verzet tegen het kleinburgerlijke milieu een nieuwe jeugdcultuur. En het is in de selectie van beeldbepalende (mode) kenmerken dat in Nederland voor het eerst mode wordt begrepen als een houding, een attitude. De groeiende welvaart geeft jongeren de mogelijkheid om geld uit te geven aan zaken die niet tot de eerste levensbehoeften horen, het begin van een sterke consumenten-maatschappij.
Het gezamenlijke ‘gevoel’ dat door de keuze van kleding mede vorm krijgt- naast de toenemende industrialisatie- maakt dat vanuit de jeugdcultuur een kledingstuk als de jeans niet langer is verbonden aan een arbeidersklasse, maar wordt verbonden aan een klasseloze, gedemocratiseerde mode.
In de jaren 70 instaat er een mode op straat: straatmarkten en tweedehandswinkels introduceren een kant-en-klaar alternatief voor zelfmaakmode. Kleding wordt gecombineerd naar ideeën die worden opgedaan op de grootste catwalk ter wereld: de straat.
Voor mij is het nieuw om op deze manier naar Nederlandse mode te kijken. Er komen nog meer periodes aan bod, zoals de clubcultuur, de punkers, en de invloed van mode-tijdschriften als Avenue.
Toch is dit maar een deel wat Het Nieuwe Instituut presenteert op het gebied van mode. In een volgend bericht meer hierover.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.