door Jeanne Hermans
Het knippen en verstevigen van de stof
Voor de volgende stap in het maken van een jasje gaan we de stof knippen. Dit heb je nodig:
- Patroondelen
- Bovenstof
- Voering
- Binnenwerk (bijvoorbeeld plakkatoen of een Vlieseline die past bij de kwaliteit van je stof)
- Schoudervullingen (rechte voor een ingezette mouw, ronde voor een raglanmodel)
- Kopwatten
Begin met het strijken van je stof -met stoom. Hiermee zorg je ervoor dat je stof is vóór-gekrompen. Je komt dan na het maken van je jasje niet voor de verrassing van een te klein jasje te staan.
Leg vervolgens de patronen op de stof. Let erop dat je het halsbeleg en de bovenkraag aan de stofvouw legt. Ook is het belangrijk dat de onderkraag schuin van draad wordt geknipt. Zorg dat de rest van de patronen goed recht van draad en allemaal in dezelfde richting liggen (dit in verband met de eventuele vleug of glans van de stof).
Aanvulling Saskia:
Naadtoeslag toevoegen
Het is handig om voor jezelf een standaard naadtoeslag toe te voegen aan je patronen. Hierbij kun je de volgende richtlijn hanteren:
Zijnaden: 2 cm
Zomen: 4 cm
Randen waar een beleg of kraag komt: 1 cm
Deelnaden: 1 cm
Schoudernaden: 2 cm
Als je een standaard maat hanteert en dit nauwkeurig knipt, dan wordt naaien een eitje. Dan hoef je nooit na te denken hoeveel naadtoeslag een bepaald patroondeel heeft. Het is dan ook niet nodig om alle patroondelen door te slaan.
De volgende patronen knip je van plakkatoen:
- Voorpand
- Zijpand
- Achterpand
- Beleg voorpand
- Halsbeleg
- Zoombeleg
- Mouwzoom beleg
- Bovenkraag
- Onderkraag
Knip ook de voering-patroondelen. Let op dat je het achterpand aan de stofvouw legt en in het voering-achterpand extra ruimte toevoegt aan de stofvouw. Je legt hiervoor het patroon 2cm van de vouw en knipt dit aan het pand. De zoomtoeslag voor de voeringpanden is 2 cm (in plaats van de gebruikelijke 4 cm).
Verwerking plakkatoen
Zorg bij het plakken van de plakkatoen, dat je een lap op de strijkplank legt en een lap over het te plakken patroon. Zo voorkom je dat er lijm aan je strijkbout en strijkplank komt. Deze lap kun je daarna weg gooien of in de wasmachine doen. Bij het plakken moet je er ook op letten dat je de bout lang genoeg op de stof houdt, zodat de plak goed kan hechten. Het is niet de bedoeling dat de plaklaag meteen weer loslaat.
Bovenstof
Voordat je begint met stikken is het handig om een paar dingen door te slaan, zoals de middenvoorlijn (MV), de breuklijn van de kraag en de figuurnaden.
Begin met het stikken van alle figuurnaden. Deze hecht je niet af met de machine, omdat dat een verdikking geeft. Je hecht af door er lange draden aan te laten hangen en hier handmatig een aantal knoopjes in te leggen. Voor een andere, handige truc, zie deze blogpost.
Vervolgens stik je de voorpanden, zijpanden en achterpanden aan elkaar en pers je alle naden open (persen is het strijken met een uitgeknepen natte lap katoen tussen stof en strijkbout. Het resultaat van persen is veel strakker dan strijken, zelfs als je strijkt met stoom).
Om het armsgat en de hals te verstevigen plak ik er altijd een gestikt bandje plakkatoen in. Hierdoor rekt de stof van het pand door het gewicht van de mouw niet uit. Het is handig om eerst op de lap plakkatoen een stiksel te maken op ongeveer 0,5 cm en en er dan pas een strookje van te knippen. Vervolgens plak je deze bandjes in de hals en armsgaten.
Stik de middenachternaad (MA naad) van de onderkraag en de schoudernaden en pers deze open. Het is belangrijk dat je de naad precies aangeeft en vervolgens op dit lijntje stikt, anders komt je kraag niet uit.
Vervolgens stik je de lange naad van de kraag, en zorg je dat de middenachternaden precies op elkaar uit komen. Om te zorgen dat de punten die je met krijt hebt getekend precies op elkaar uitkomen leg je de kraag en het colbert op elkaar, en steek je een speld precies in de hoek, en moet je zorgen dat de speld aan de onderkant ook precies in de hoek steekt.
Nu knip je ALLEEN in het colbert van de hoek tot het stiksel, zodat het colbert kan draaien om de kraag in te zetten.
Nu stik je het korte stuk van de kraag, maar je laat 1 cm van de kraag vrij. Dit heb je nodig om later de bovenkraag aan te zetten.
Ook kun je het zoom-beleg, de mouwzoom-beleggen en de mouwen in elkaar stikken. Pers alle naden open. (Het zoom-beleg kun je opzij leggen; dat heb je pas nodig bij het maken van de voering).
Stik de mouwbeleggen in de mouwen, en knip in de naad van het beleg 0,5 cm weg. Dit is om te zorgen dat het niet te dik is. Je noemt dit het ‘uitdunnen’ van de naden.
Voor het mooi naar binnenvallen van de zoom-beleggen, worden deze door gepit. Sla het beleg en de naad naar beneden en maak vlak langs de naad in het beleg kleine steekjes. Dit kan ook met de naaimachine.
Zet het mouwzoom-beleg met de flanelsteek (LINK naar Pinterest) vast. De mouwen zijn nu klaar om ingezet te worden.
Stik de mouwen in het colbert. Zorg ervoor dat alle knipjes op elkaar vallen en dat er niet per ongeluk plooitjes worden ingestikt. Naai de kopwatten in de mouwen. Bij mij zijn ze altijd te groot en komen ze tot in de oksel, daarom knip ik ze altijd een stuk korter. Zorg dat het schouderpunt van de kop-wat gelijk is met de schoudernaad. Stik de kop-wat in op 0,5 cm met steekgrootte 5.
Neem een geschikte schoudervulling en leg het schouderpunt op de schoudernaad. Deze stik je ook vast op 0,5 cm met steekgrootte 5. Bij de schoudervulling is het belangrijk om de uiteinden niet vast te stikken, zodat de schoudervulling niet kan gaan trekken.
Als laatste zet je de schoudervulling met een paar steken vast in de schoudernaad.
In de volgende blogpost leg ik uit hoe je de voering verwerkt.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.